Gastone Nencini (1930-1980)

Opmerkelijke feiten

• Klimmer en klassementsrenner uit Toscane, won één maal de Tour (1960) en één maal de Giro (1957).
• Werd prof in 1954 nadat hij het jaar ervoor tweede was geworden bij het WK amateurs. In zijn eerste Giro werd hij 16e en kreeg al meteen de bijnaam "De Leeuw van Mugello" vanwege zijn ontembare aanvalskracht bergop en moed en vastberadenheid tijdens het dalen. Een jaar later had hij al kunnen winnen, ware het niet dat hij na een lekke band op een ongelukkige plek werd aangevallen door oud-winnaars Fiorenzo Magni en Fausto Coppi.
• Won in 1957 de Giro, hoewel de strijd om de eindzege vooral leek te gaan tussen oud-Tourwinnaar Louison Bobet en Giro-winnaar 1956 Charly Gaul. De Fransman gaf in een bergrit vol gas tijdens een sanitaire stop van de Luxemburger, maar nam ook de Italianen Ercole Baldini en Nencini mee. Uiteindelijk zou Nencini de eindzege pakken, met slechts 19 seconden voorsprong op Bobet. In datzelfde jaar haalde hij ook de top tien in de Vuelta en in de Tour, een unieke prestatie (temeer omdat hij één van de drie grote rondes won). 
• Z'n tweede topjaar kwam in 1960. Eerst eindigde hij in mei als tweede in de Giro, waarin hij te maken had met tijdrijder Jacques Anquetil en (opnieuw) de sterke klimmer (maar zwakke daler) Charly Gaul. Dankzij een lange tijdrit wist de Fransman te winnen, zij het slechts met 28 seconden voorsprong op Nencini. In juli volgde de Tour, waarin de Fransman Roger Rivière de grote favoriet startte (bij afwezigheid van Anquetil). Na de Pyreneeën was Nencini de leider, maar Rivière de betere tijdrijder en daarmee de grootste kanshebber op de eindzege. In de afdaling van de Col de Perjuet echter kwam Rivière zeer ernstig ten val nadat hij had geprobeerd de sterke daler Nencini te volgen. Een tapijt van takken redde zijn leven, maar een verlamming betekende een abrupt einde aan de carrière. Nencini won de Tour zonder één enkele ritzege.
• Reed na 1960 nog enkele jaren bij de profs zonder aansprekende resultaten en in 1965 beëindigde hij zijn carrière op 35-jarige leeftijd.
• Was een buitengewoon sterke klimmer, maar wordt vooral beschouwd als één van de beste dalers uit de wielergeschiedenis en was zelfs befaamd om zijn gevaarlijke stijl van dalen. Zijn rivaal Raphaël Géminiani zei: "de enige reden om Nencini bergafwaarts te volgen zou zijn als je een doodswens had". 
• Behaalde zeven ritzeges in de Giro en vier in de Tour. En won naast de eindzege ook in beide rondes één maal het bergklassement.
• Werd na z'n Girozege in 1957 beschouwd als de opvolger van Coppi, Bartali en Magni. Het leek een onmogelijke taak aan de hoge verwachtingen te voldoen, maar hij werd toch een uitzonderlijk kampioen. Was (gek genoeg voor een topsporter) een kettingroker en een verdienstelijke amateurschilder.
• Werd na z'n carrière een tijdje ploegleider, opende z'n eigen fietswinkel en ging steeds serieuzer schilderen. Hij overleed aan een storing in het lymfestelsel op slechts 49-jarige leeftijd.